Bariton

De bariton behoort tot de familie van de ‘koperen blaasinstrumenten’.
Alle koperen blaasinstrumenten hebben min of meer dezelfde liptechniek of mondstand. Om klank te krijgen op een koperen blaasinstrument moet je leren om de lippen te laten trillen als je het instrument aanblaast.

De klank van de instrumenten is afhankelijk van de lengte en de dikte van de koperen buis. Als je regelmatig naar muziek luistert, hoor je snel het verschil in klankkleur tussen een trompet, bugel, hoorn, trombone, tuba, …
De bariton heeft een iets scherpere en hogere klank dan de tenortuba (euphonium). Toch kan je de klank nog steeds zacht noemen. Een bariton heeft meestal 3 ventielen, hoewel er ook exemplaren bestaan waar een 4de ventiel is bijgezet.

De bariton en de tenortuba (euphonium) lijken sterk op elkaar: het verschil zit hem in de vorm. De bariton heeft een nauwe buis, in tegenstelling tot het euphonium dat een veel wijdere buis heeft.