Orgel

Het orgel staat bekend als de koning van de instrumenten omdat het enorm veel mogelijkheden biedt door de verschillende klavieren en de vele registers waarmee je eindeloos andere klanken kan maken.

Iedereen kan het orgel leren bespelen. Je speelt op het orgel met beide handen en na een paar jaar ook met de voeten op het pedaalklavier. Het orgel wordt veel gebruikt als solo-instrument. Andere instrumenten, zangers, koren en zelfs films worden soms begeleid door orgelmuziek.

Het orgel is een combinatie van een groot toetsinstrument met meerdere klavieren en een hele reeks blaasinstrumenten (de pijpen). Daarmee kunnen we zowat alle instrumenten die er zijn, nabootsen.

Op het orgel kan je verschillende muziekstijlen spelen uit vele landen. Op een speelse manier leer je naast de gedrukte muziek ook zelf muziek verzinnen, zonder alles op te schrijven: dat heet ‘improviseren’.

Orgels bestaan er in verschillende vormen en groottes. Thuis moet je niet zo’n groot instrument hebben. Aan een klavierinstrument heb je de eerste jaren al voldoende, later kan je je dan nog een orgel met verschillende klavieren aanschaffen.