Viool

Het kleinste strijkinstrument is de viool. Zij heeft vier snaren. 

De viool wordt tegen de hals geplaatst en rust op de schouder. Met een strijkstok van paardenhaar doe je de snaren trillen, waardoor het zangerige vioolgeluid ontstaat.

De geluidstrillingen voel je door je hele lichaam. 

Voor zo’n klein en licht instrument kan de viool heel veel. Je kan er oneindig veel verschillende klanken en tonen uithalen.

Na enkele weken wordt er reeds samen gespeeld in de klas. Vanaf de derde graad kan je in het strijkorkest van de academie musiceren: iets waar elke jonge violist naar uitkijkt.

In grote symfonieorkesten en strijkorkesten spelen de violisten, met tientallen tegelijk, de melodie. Bij vioolspel denk je misschien snel aan klassieke muziek, maar de viool hoort ook echt thuis in de volks-, de jazz- en de popmuziek. 

Als je handen nog te klein zijn voor een gewone viool, kan je beginnen op een kleiner formaat: de grootte van de viool wordt aangepast aan de lichaamsgrootte van de leerling. 

De academie verhuurt violen in verschillende formaten.